{{alert.message}}

Veel gestelde vragen - Producten

1. Welke draairichting moet ik kiezen?

De draairichting van een deur bepaald welk slot er toegepast dient te worden. Een normaal insteekslot is verkrijgbaar in 2 draairichtingen. Voor oplegsloten (kast- en meubelsloten) zijn er nog 2 extra. Deze draairichtingen worden aangeduid volgens de DIN norm en geven in feite de stand van de dagschoot aan en hoe deze in de sluitplaat valt. De dagschoot is de schoot welke ingetrokken wordt zodra de deurkruk naar beneden wordt gedrukt en heeft een schuine zijde.

Draairichting 1, DIN Links

Draairichting 1 - DIN Links
Rechts naar binnen.

 

 

Draairichting 2, DIN rechtsDraairichting 2 - DIN Rechts
Links naar binnen.

 

 

Draairichting 3, DIN LinksDraairichting 3 - DIN Links
Links naar buiten.

 

 

Draairichting 4, DIN rechtsDraairichting 4 - DIN Rechts
Rechts naar buiten.

 

 

2. Wat is een PC maat en wat is een Doornmaat?

Sloten zijn in diverse afmetingen leverbaar. Bepaalde afmetingen zijn gestandaardiseerd en zodoende voor ieder slot hetzelfde. Echter zijn er ook in die maten weer verschillende uitvoeringen. Twee belangrijke afmetingen van een slot zijn de PC maat, ook wel Afstand genoemd, en de Doornmaat.

PC-maatPC maat/Afstand:
De PC maat is de afstand tussen het hart van het krukgat en het hart van de profielcilinder. Omdat dit ook het hart van bijvoorbeeld een bonte baard sleutelgat of het gat van het Vrij/Bezet beslag van een BAD/WC slot kan zijn wordt deze maat meestal gewoon de Afstand genoemd.

De afstand van een slot is o.a. afhankelijk van waar deze gebruikt wordt. Bij woningbouwsloten, dit kunnen zowel binnen- als buitendeuren zijn, is de afstand meestal 55mm. Zwaardere sloten en veiligheidsloten hebben meestal een afstand van 72mm. Voordeel is dat bijv. de deurkruk of deurknop op grotere afstand van de cilinder zit en er zodoende meer ruimte is voor de bediening. Smaldeursloten zijn zelfs leverbaar met 92mm.

In het buitenland zijn 85mm (België) en 70mm (Frankrijk) veelgebruikte afstanden.

Bad/WC sloten daarentegen hebben vaak een afstand van 57mm met stift van 5mm, 63mm met stift van 8mm en 72mm met stift van 8mm.

 

 

DoornmaatDoornmaat:
De doornmaat van een slot is de afstand tussen de voorkant van de voorplaat van het slot tot het hart van het krukgat en/of cilindergat.

Sloten zijn over het algemeen in standaard doornmaten leverbaar maar ook op bestelling in vele uiteenlopende andere maten. Soms tot wel 120mm! Wel gaat deze maat altijd in stappen van 5mm.

Een standaardmaat van bijv. een projectslot is 60mm En van een plataldeurslot is dit weer 55mm. Een woningbouwslot heeft als standaardmaat 50mm. Voor sloten gebruikt in ouderen-woningen/verpleegtehuizen etc. is een grotere doornmaat vaak wenselijk. Maar ook bij gebruik van bijv. een grote deurknop. De afstand tussen de deurpost en de knop is bij kleinere doornmaten soms erg beperkt zodra de deur geopend moet worden. (bij een naar binnen draaiende deur)

Smaldeursloten (voor profielramen en deuren) kunnen zelfs in hele kleine doornmaten geleverd worden. Dit begint vaak al bij 18mm.

3. Wat is RVS?

Roestvast staal, ook RVS of inox genoemd en in de volksmond beter bekend als roestvrij staal, is een legering van hoofdzakelijk ijzer, chroom, nikkel en koolstof. Om van roestvast staal te kunnen spreken, is minimaal 10,5% chroom en maximaal 1,2% koolstof nodig. Verder zijn in veel soorten roestvast staal ook de elementen molybdeen, titanium, mangaan, stikstof en silicium terug te vinden.

4. Wat betekenen de codes welke als toevoeging worden gezet bij RVS?

AISI 304, 316, 316L en 316Ti
AISI 304 (1.4301) bestaat uit 18% chroom en 8% nikkel. Deze legering is niet magnetisch en niet hardbaar.

Een meer corrosie bestendige maar duurdere soort is AISI 316 (EN 1.4401) met 16% chroom en 10% nikkel en 2% molybdeen. Type 316 is beter bestand tegen zout corrosie en wordt veel toegepast in de scheikundige industrie.

AISI 316L (1.4404, 'L' staat voor 'low carbon') heeft een laag koolstofgehalte om een gemakkelijker lasbaar roestvast staal te verkrijgen, en de corrosie gevoeligheid na het lassen te beperken.

Een andere manier om dit staal meer geschikt voor laswerk te maken is door toevoeging van titaan aan de legering, hetgeen het type 316Ti (1.4571) oplevert. Deze oplossing is technisch vrijwel evenwaardig. Alleen wanneer men architecturale toepassingen beschouwt, moet men rekening houden met een 'typisch' slijpbeeld van titaan gelegeerde soorten.

AISI 409, 410, 430, 430Ti, 434, 436, 439, 441, 444, 445, 446 en 447

AISI 409/410L hebben de kleinste hoeveelheid aan gelegeerd chroom en zijn bijgevolg de goedkoopste. Deze legeringen zijn enkel geschikt voor niet corrosieve of uiterst licht corrosieve omgevingen. Type 410L vind je bijvoorbeeld toegepast in vlonderschroeven, sterk bij indraaien met slagschroevendraaier en laat zich weinig (minder goed) vervormen.

AISI 430 is de meest courante ferritische roestvaste staalsoort. Deze legering heeft een hoger chroom gehalte dan de legeringen uit 409/410L en zijn bijgevolg beter bestendig tegen corrosie. Deze legering leent zich voor binnenhuistoepassingen zoals deuren voor wasmachines, panelen,… De legering is gevoelig voor ontchroming tijdens lassen met nefaste gevolgen voor de corrosie bestendigheid. Bijgevolg wordt aangeraden enkel gestabiliseerde legeringen uit groep 3 aan te wenden indien lassen noodzakelijk zijn.

AISI 430Ti, 439 en 441 zijn beter lasbaar en beter vervormbaar in vergelijking met AISI 430. Deze betere eigenschappen zijn te wijten aan legeringselementen zoals titaan, niobium en zirconium. Deze worden ook wel eens de gestabiliseerde roestvaste staalsoorten genoemd. Deze legeringen vinden we terug in binnenhuistoepassingen waar gelast moet worden zoals frames voor wasmachines, uitlaatsystemen, spoelbakken en dergelijke. In sommige milieus kunnen ze concurreren met de meest voorkomende roestvaste staalsoort, de AISI 304.

AISI 434, 436 en 444 hebben extra gelegeerd molybdeen t.o.v. legeringen uit AISI 430Ti, 439 en 441. Molybdeen verhoogt de weerstand tegen putcorrosie en kan in sommige gevallen de tegenhanger AISI 316 vervangen. Toepassingen zijn te vinden in warmteboilers, buitendeur panelen, elementen voor de microgolfoven en meer.

AISI 445, 446 en 447 bevatten extra molybdeen en extra chroom om de weerstand tegen corrosie nog op te drijven. Deze legering is duurder maar ook wel beter dan AISI 316. Deze legeringen vinden hun toepassingen in uiterst corrosieve milieus, bijvoorbeeld een zeeklimaat of een zoutrijke omgeving. Sommige legeringen zijn evengoed bestendig tegen corrosie als titanium.

5. Is RVS magnetisch?

Niet magnetisch. Roestvaste staalsoorten met tussen 6 en 26% nikkel (de 300-reeks uit de AISI) zijn austenitisch en daarom niet-magnetisch in geleverde toestand. Ze zijn uitstekend vormbaar (plooien, dieptrekken, strekken) en ook schokbestendig in het hele temperatuurbereik, van heel lage tot heel hoge temperaturen. Nikkel zorgt er voor dat het staal in zijn austeninitische toestand blijft tijdens het afkoelen. De overige elementen verhogen de corrosieweerstand en bewerkbaarheid van het staal.

AISI 430, AISI 410 en AISI 409 (de 400-reeks) alsook duplex roestvaste staalsoorten zijn daarentegen wel magnetisch.

6. Hoe gebruik je Purschuim?

PU-schuim of purschuim wordt veel gebruikt voor isolatie klussen, zoals plafond zolder isoleren of afzuigkap monteren. Maar hoe gebruik je dat eigenlijk? Lees hieronder een korte intructie hoe je het beste PU-schuim moet gebruiken.

Stap 1: Maak de ondergrond stof- en vetvrij
Zorg ervoor dat je ondergrond schoon is en vrij van stof. Dit zal de hechting van het pu-schuim met de ondergrond ten goede komen.

Stap 2: Spuit het schuim voor de helft vol
Schud de spuitbus PU-schuim een goede 20 seconden en schroef de mond op het ventiel.
De meeste soorten PU-schuim zetten behoorlijk uit zodra je spuit.
Houd de bus PU-schuim ondersteboven en spuit de ruimte dus slechts voor 50% vol. Let op: het is verleidelijk om de ruimte voller te spuiten maar PU-schuim zet ontzettend uit. Doe dit dus niet anders wordt het een zooitje.

Stap 3: Snij het overtollige schuim weg
Laat het schuim opharden.
Snij vervolgens het overtollige schuim dat uit de opening is gekomen weg of zaag het weg als het om een groot oppervlak gaat.
Om de pur te verwijderen gebruik je een scherp stanleymes of iets wat daarop lijkt.

7. Hoe gebruik je Purpistolen?

De werking van het pistool controleren alvorens het te gebruiken. De spuitbus goed schudden en de afsluitdop verwijderen. De spuitbus snel op de adapter van het pistool schroeven. Door snel te draaien kan er geen schuim uit de spuitbus ontsnappen en wordt de adapter niet bevuild. Indien er toch enig schuim ontsnapt zou zijn, moet deze onmiddellijk verwijderd worden. Om de spuitbus te gebruiken, lichtjes op de trekker duwen om het pistool en de loop met schuim te vullen. Het pistool is nu klaar voor gebruik.

Een lege spuitbus vervangen door deze snel van de adapter los te schroeven. De adapter onmiddellijk reinigen. Indien de spuitbus nog niet volledig leeg is en opnieuw gebruikt gaat worden, moet ook het ventiel van de spuitbus gereinigd worden. Bij korte werkonderbrekingen mag de spuitbus aangeschroefd blijven en dient de doseerschroef volledig dichtgedraaid te worden om het pistool af te sluiten. Indien het pistool langere tijd niet gebruikt wordt, dient het als volgt gespoeld te worden:

Hoe voorkom je dat je purpistool steeds verstopt raakt?
Er zijn een aantal belangrijke oorzaken waarom purschuim niet uit de bus komt. Denk aan:
1. De PUR-bus heeft plat gelegen
2. Het pistool zit verstopt door uitgehard pur
3. Het pistool is vastgelopen door te lage temperaturen, bijvoorbeeld bij vorst

Hoe reinig ik mijn pistool?
Purreiniger met schroefadapter snel op het pistool schroeven.
Reiniger verspuiten tot het pistool volledig proper is en er een heldere vloeistof uit het pistool komt.
Ook uitwendige schuimresten dienen zorgvuldig met de purreiniger verwijderd te worden.

Bij wijziging van de viscositeit van het schuim is het mogelijk dat er schuim vrijkomt langs de naaldpakkingbus. In dit geval de schuimresten direct met purreiniger verwijderen en de regelingsschroef aan de naaldpakkingbus met een steeksleutel (8 mm) volgens de wijzers van de klok steviger aanhalen. Hierdoor wordt de (PTFE) pakking in het pistool afgedicht en voorkomt men lekken van het schuim. Testen of de naald zich nog vrij kan bewegen. Indien nodig moet de naald aan de pakkingbus gesmeerd worden.

8. Omleginstructie Nemef 500 en 1200 serie, 4119 en 4139 sloten en Oxloc 1200-serie sloten

Bij deze serie zit achter de dagschoot een kleine uitsparing in de dekplaat. Met behulp van een scherp voorwerp kun je deze pal omhoog drukken waardoor de dagschoot uit de slotkast komt. De dagschoot kun je nu omdraaien en terugdrukken in de slotkast. De schoot zover terugdrukken tot dat deze klikt.

Omleginstructie Nemef 500-4139 serie

  1. Plaats een dun stalen voorwerp onderin de sleuf-vormige uitsparing van de dekplaat en duw het omlegplaatje naar boven.
  2. De dagschoot springt nu vanzelf uit de voorplaat.
  3. Dagschoot in de gewenste stand draaien.
  4. Druk de dagschoot weer in het slot.

9. Omleginstructie Nemef 1400 serie binnendeursloten

Bij deze binnendeursloten kun je in het gat onder de dagschoot in de voorplaat een scherp voorwerp steken en omhoog bewegen. De dagschoot komt nu naar voren en je kunt de dagschoot omdraaien. De dagschoot vervolgens terugdrukken.

Omleginstructie Nemef 1400 serie

  1. Steek een dun stalen voorwerp door het gat boven de dagschoot in de voorplaat en duw het aanslagplaatje naar boven.
  2. De dagschoot komt vanzelf naar voren.
  3. Draai de dagschoot in de gewenste stand.
  4. Druk de dagschoot weer in het slot.

10. Omleginstructie Nemef 4169, 4900 serie en 9000 serie sloten

Aan de zijkant van het slot vind je bovenaan een haakje. Dit haakje dien je omhoog te duwen. De dagschoot komt dan naar buiten. Vervolgens kun je de schoot omdraaien en terugduwen in de slotkast.

Omleginstructie Nemef 4900-9000 serie

  1. Plaats een dun stalen voorwerp onder in de sleuf-vormige uitsparing van de dekplaat en duw het omlegplaatje naar boven.
  2. De dagschoot springt nu vanzelf uit de voorplaat.
  3. Dagschoot in de gewenste stand draaien.
  4. Druk de dagschoot weer in het slot.

11. Welk type compressor heb ik nodig?

Bij de aankoop van een compressor zijn er een aantal criteria belangrijk om een goede keuze te maken voor je persluchtvoorziening.

Criteria:

  1. Wens je een open of een geluidsgedempte opstelling?
  2. Dien je de compressor al dan niet continue te gebruiken?
  3. Welke persluchtgebruikers ga je op de compressor aansluiten?
  4. Wens je de compressor mobiel of stationair te gebruiken?
  5. Over welke netspanning beschik je (1-230V of 3-400V)?

Berekening van het luchtdebiet:

  1. Tel het luchtverbruik te samen van de persluchtmachines die je tegelijketijd wenst te gebruiken. Deze waarde vindt je op de documentatie van de fabrikant.
  2. Vermenigvuldig het resultaat met 1,5 deze coëfficiënten houden rekening met het rendement van de compressor.

Tip:

Een zuigercompressor mag nooit meer dan 60% van de werktijd draaien, een schroefcompressor daarentegen kan continue draaien.

Let op:

Indien je de compressor niet rechtstreeks op het lichtnet kan aansluiten, hou er dan rekening mee dat bij een compressor van minimaal 2PK je een kabelhaspel dient te gebruiken van minimaal 2,5mm² draaddikte.

Welke tankinhoud te kiezen:

Hoe meer perslucht je verbruikt op korte tijd, hoe meer belang je erbij hebt om een grotere tank te kiezen.
Deze tank dient dan als buffer om een groot aantal opstarten van de compressor te vermijden.
Hou er echter rekening mee dat het maximaal aantal keren opstarten van de zuigercompressor beperkt is tot 10 keer per uur, dit om een lange levensduur van de elektromotor te garanderen.
Indien de opstartfrequentie hoger ligt is het aangeraden om een grotere tank te kiezen of een compressor met een hoger vermogen of een schroefcompressor.

12. Wat betekenen de verschillende klasses bij bouwlampen?

Klasse I
Een lamp die valt in klasse I is bedoeld voor permanente opstelling boven de 2,5 meter aan een wand of muur. De lamp dient te worden aangesloten op het net door middel van een 3-aderige aansluitkabel met randaarde. Deze lamp is dus niet geschikt om als draagbare bouwlamp te gebruiken. De lampen zijn makkelijk visueel te herkennen doordat er geen standaard met hengsel aan de lamp zit om ze aan vast te houden. Er is alleen een beugel met gaten aan de achterkant van de lamp bevestigd, waarmee de lamp aan de muur gehangen kan worden. Deze beugel wordt ook wel gebruikt om de lamp te positioneren op de grond, dit is echter niet de juiste toepassing.

Klasse II
Een lamp uit klasse II is voor gebruik op de werkvloer binnen handbereik (verplaatsbare armaturen), maar ook voor permanente opstelling. Deze armaturen mogen de naam bouwlamp dragen. Het aansluiten op het net gaat door middel van een 2-aderig aansluitsnoer van het type H07RN-F met een minimale lengte van 5 meter. Lampen in klasse II zijn dubbel geïsoleerd.

Mocht een dubbelgeïsoleerde bouwlamp voorzien zijn van ingebouwde contactdozen, dan moet de aansluitkabel 3-aderig zijn. Dit betreft dan een kabel van het type H07RN-F 3 x 1,5 mm² met een minimale lengte van 5 meter. De contactdozen moeten een beschermingsgraad IP54 of hoger hebben (stof- en spatwaterdicht).

De uitschuifbare statieven of grondstandaarden voor de verplaatsbare bouwlampen mogen niet omvallen op een helling van 15° en moeten beschikken over geïsoleerde handgrepen. De Kelfort lampen zijn hierop getest.

Klasse III
Voor gebruik in nauwe geleidende ruimtes (kelders, kruipruimtes, etc.) zijn lampen die voldoen aan klasse III geschikt.

Deze armaturen moeten worden aangesloten op veiligheidstransformatoren die een uitgangsspanning hebben van minder dan 50V. Voor de veiligheid dient de veiligheidstransformator boven de vloer en buiten de ruimte te worden geplaatst. LET OP: Bij gebruik van elektrisch gereedschap dient er een scheidingstransformator te worden gebruikt.

Daarnaast kunnen ook accubouwlampen gebruikt worden als klasse III lamp in kelders en andere nauwe, geleidende ruimtes.

13. Wat is het verschil in werkschoenen?

Bij Groenhart heb je volop keuze uit merken, modellen, materialen, maatvoeringen en veiligheidsklassen. In welke branche je ook werkzaam bent. Hoe ziet jouw werkdag eruit? Ben je veelal binnen of buiten aan het werk? Met welke materialen kom je in aanraking? Wat zijn de veiligheidsrisico's? Veiligheidsschoenen zijn ingedeeld in verschillende veiligheidsklassen. Iedere voet is anders, net als ieder beroep. Toch is er een veiligheidsnorm die het meeste voorkomt en dat is de S3. We vertellen je graag over de verschillen zodat jij de juiste keuze kunt maken.

Vind jouw favoriete werkschoenen

14. Welke werkbroek moet ik kiezen?

Ben je op zoek naar slijtvaste werkbroeken die tegen een stootje kunnen of ga je voor maximale flexibiliteit en comfort? In welke branche je ook werkzaam bent of wat je klus ook is, wij helpen je aan de perfecte werkbroek. Hou rekening met veiligheidseisen op jouw werkplek. Vergelijk de modellen werkbroeken en de eigenschappen die voor jou belangrijk zijn.

In 5 stappen naar de perfecte werkbroek

 

Terug naar veel gestelde vragen